Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 5 keer aangepast.
(verouderd in Nederland)
een wijze, een wijs persoon, een dieperik
een brave man
Woordenboek der Nederlandsche Taal: wijsaard: Wijsgeer, philosoof. Nog in Vlaams-België.
Cleanthes, die groote wijzaerd, leefde eertijds gerustelick van zijn handen en daghelickschen arbeyd. De Brune, Bank. (1657).
Aristoteles, de groote wijzaard. Gezelle (Jubileum-ed.) (1866).
Free zat als een gedaagden wijsaard, met de handen aan zijn kaken, voorovergebogen en hij zegde niets meer. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
“De beide boerendochters luisterden ademloos naar die boeiende verhalen en in stilte zagen zij tegen Marzelien op als tegen een àlwetenden wijzaard, die wonderen kon verrichten.” (Cyriel Buysse, Uleken, 1926)
(verouderd in Nederland)
een wijze, een wijs persoon, een dieperik
een brave man
WNT: wijsaard: Wijsgeer, philosoof. Nog in Vlaams-België.
Cleanthes, die groote wijzaerd, leefde eertijds gerustelick van zijn handen en daghelickschen arbeyd. De Brune, Bank. (1657).
Aristoteles, de groote wijzaard. Gezelle (Jubileum-ed.) (1866).
Free zat als een gedaagden wijsaard, met de handen aan zijn kaken, voorovergebogen en hij zegde niets meer. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
“De beide boerendochters luisterden ademloos naar die boeiende verhalen en in stilte zagen zij tegen Marzelien op als tegen een àlwetenden wijzaard, die wonderen kon verrichten.” (Cyriel Buysse, Uleken, 1926)
(verouderd in Nederland)
een wijze, een wijs persoon, een dieperik
een brave man
WNT: wijsaard: Wijsgeer, philosoof. Nog in Vlaams-België.
Cleanthes, die groote wijzaerd, leefde eertijds gerustelick van zijn handen en daghelickschen arbeyd. De Brune, Bank. (1657).
Aristoteles, de groote wijzaard. Gezelle (Jubileum-ed.) (1866).
Free zat als een gedaagden wijsaard, met de handen aan zijn kaken, voorovergebogen en hij zegde niets meer. Stijn Streuvels, Minnehandel (1903).
Een wijzaard is het toonbeeld van een geslaagd menselijk leven.
De wijzaard in de zon, op zijn stoeltje tegen de gevel, geniet heimelijk van het passerend vrouwelijk schoon.
een wijze, een wijs persoon, een dieperik
een brave man
WNT: wijsaard: Wijsgeer, philosoof. Nog in Vl.-België.
Cleanthes, die groote wijzaerd, leefde eertijds gerustelick van zijn handen en daghelickschen arbeyd. DE BRUNE, Bank. 1, 193 (1657).
Aristoteles, de groote wijzaard. GEZELLE (Jubileum-ed.) 14, 65 (1866).
Free zat als een gedaagden wijsaard, met de handen aan zijn kaken, voorovergebogen en hij zegde niets meer. STIJN STREUVELS, Minneh. 2, 48 (1903).
Een wijzaard is het toonbeeld van een geslaagd menselijk leven.
De wijzaard in de zon, op zijn stoeltje tegen de gevel, geniet heimelijk van het passerend vrouwelijk schoon.
een wijze, een wijs persoon, een dieperik
een brave man
Een wijzaard is het toonbeeld van een geslaagd menselijk leven.
De wijzaard in de zon, op zijn stoeltje tegen de gevel, geniet heimelijk van het passerend vrouwelijk schoon.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.