Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    weten

    De beschrijving van deze term werd 3 keer aangepast.

    Versie 3

    weten
    (ww. wist, geweten)

    weten waar:

    Ook weten in de betekenis ‘weten waar’ is verplicht groepsvormend (…). Ook hier treedt een vervangende infinitief op in plaats van een voltooid deelwoord (…)
    In deze betekenis wordt weten gecombineerd met een lijdend voorwerp en een van de infinitieven liggen, zitten, hangen (onovergankelijk), staan of wonen. (…)

    (4a) De bibliothecaris zal toch Van Dale wel weten te staan?
    Met name in Belgisch Nederlands wordt in dergelijke gevallen vaak een infinitief zonder te gebruikt, bijv.
    (4b) De bibliothecaris zal toch Van Dale wel weten staan?

    Weten wordt dan gebruikt zoals de waarnemingswerkwoorden zien etc. Regionaal wordt ook zijn (‘zich bevinden’) op die manier met weten gecombineerd in de verbinding iets of iemand (niet) weten zijn (in de standaardtaal: (niet) weten waar iets of iemand is/zich bevindt/ligt enz.).

    bron: http://ans.ruhosting.nl/e-ans/18/05/04/12/02/body.html

    vgl ook: zijn, het weten ~

    opm: Ik denk dat in NL die constructie met te + inf. ook vaak vermeden wordt.

    Weet gij mijn sleutels liggen?
    (Weet jij mijn sleutels te liggen? Weet jij waar mijn sleutels liggen?)

    Weet gij de Jean zitten?
    (Weet jij waar Jean is/uithangt?)

    Volgt mij maar, ik weet het zijn.
    (Volg mij maar, ik weet waar het is.)

    Ik weet hem wonen, dat is schuin over de Colruyt.
    (Ik weet waar hij woont,…)

    https://taalkoeien.wordpress.com/2007/06/13/weet-jij-hem-te-wonen/

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Jul 2018 16:22
    0 reactie(s)

    Versie 2

    weten
    (ww. wist, geweten)

    weten waar:

    Ook weten in de betekenis ‘weten waar’ is verplicht groepsvormend (…). Ook hier treedt een vervangende infinitief op in plaats van een voltooid deelwoord (…)
    In deze betekenis wordt weten gecombineerd met een lijdend voorwerp en een van de infinitieven liggen, zitten, hangen (onovergankelijk), staan of wonen. (…)

    (4a) De bibliothecaris zal toch Van Dale wel weten te staan?
    Met name in Belgisch Nederlands wordt in dergelijke gevallen vaak een infinitief zonder te gebruikt, bijv.
    (4b) De bibliothecaris zal toch Van Dale wel weten staan?

    Weten wordt dan gebruikt zoals de waarnemingswerkwoorden zien etc. Regionaal wordt ook zijn (‘zich bevinden’) op die manier met weten gecombineerd in de verbinding iets of iemand (niet) weten zijn (in de standaardtaal: (niet) weten waar iets of iemand is/zich bevindt/ligt enz.).

    bron: http://ans.ruhosting.nl/e-ans/18/05/04/12/02/body.html

    vgl ook: zijn, het weten ~

    opm: Ik denk dat in NL die constructie met te + inf. ook vaak vermeden wordt.

    Weet gij mijn sleutels liggen?
    (Weet jij mijn sleutels te liggen? Weet jij waar mijn sleutels liggen?)

    Weet gij de Jean zitten?
    (Weet jij waar Jean is/uithangt?)

    Ik weet hem wonen, dat is schuin over de Colruyt.
    (Ik weet waar hij woont,…)

    Volgt mij maar, ik weet het zijn.
    (Volg mij maar, ik weet waar het is.)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Jul 2018 16:09
    0 reactie(s)

    Versie 1

    weten
    (ww. wist, geweten)

    weten waar:

    Ook weten in de betekenis ‘weten waar’ is verplicht groepsvormend (…). Ook hier treedt een vervangende infinitief op in plaats van een voltooid deelwoord (…)
    In deze betekenis wordt weten gecombineerd met een lijdend voorwerp en een van de infinitieven liggen, zitten, hangen (onovergankelijk), staan of wonen. (…)

    (4a) De bibliothecaris zal toch Van Dale wel weten te staan?
    Met name in Belgisch Nederlands wordt in dergelijke gevallen vaak een infinitief zonder te gebruikt, bijv.
    (4b) De bibliothecaris zal toch Van Dale wel weten staan?

    Weten wordt dan gebruikt zoals de waarnemingswerkwoorden zien etc. Regionaal wordt ook zijn (‘zich bevinden’) op die manier met weten gecombineerd in de verbinding iets of iemand (niet) weten zijn (in de standaardtaal: (niet) weten waar iets of iemand is/zich bevindt/ligt enz.).

    bron: http://www.let.ru.nl/ans/e-ans/18/05/04/12/02/body.html

    vgl ook: zijn, het weten ~

    opm: Ik denk dat in NL die constructie met te + inf. ook vaak vermeden wordt.

    Weet gij mijn sleutels liggen?
    (Weet jij mijn sleutels te liggen? Weet jij waar mijn sleutels liggen?)

    Weet gij de Jean zitten?
    (Weet jij waar Jean is/uithangt?)

    Ik weet hem wonen, dat is schuin over de Colruyt.
    (Ik weet waar hij woont,…)

    Volgt mij maar, ik weet het zijn.
    (Volg mij maar, ik weet waar het is.)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 24 Sep 2011 12:19
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.