Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    vantijd

    De beschrijving van deze term werd 4 keer aangepast.

    Versie 4

    vantijd
    (bw.)

    soms, somtijds, af en toe

    soms ook vantijds

    zie ook van tijd, bijtijds, bijwijlen

    Het is nen braven hond maar hij kan vantijd loeten hebben. (loeten, zijn ~ hebben)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 16 Aug 2019 02:09
    0 reactie(s)

    Versie 3

    vantijd
    (bw.)

    soms, somtijds, af en toe

    soms ook vantijds, bijtijds

    Het is nen braven hond maar hij kan vantijd loeten hebben.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 14 Jan 2011 23:52
    0 reactie(s)

    Versie 2

    vantijd
    (bw.)

    soms, somtijds, af en toe

    soms ook vantijds, bijtijds

    Het is nen braven hond maar hij kan vantijd zijn loeten hebben.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 14 Jan 2011 23:48
    0 reactie(s)

    Versie 1

    vantijd
    (bw.)

    soms, somtijds, af en toe

    soms ook vantijds, bijtijds

    Het is nen braven hond maar hij kan vantijd zijn loeten hebben.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 14 Jan 2011 23:46
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.