Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die pruilt, die immer slecht geluimd is
zie pronker
gastgezin, opvanggezin; pleeggezin (voor logé(e)s, voor kinderopvang, gerechtelijk geplaatste kinderen …)
Kamer met ontbijt in een onthaalgezin.
De Dienst Onthaalgezinnen organiseert de dagopvang van kinderen beneden de 12 jaar in een familiale sfeer in opvanggezinnen.
Tijdelijke plaatsing van kinderen bij onthaalgezinnen omdat ze een moeilijke tijd doormaken
verrot, corrupt; onaangenaam
“Gij gaat hier wel zelf die vorte boel opkuisen, hé makker!” riep hij buiten zichzelf.
Met de snelheidscontrole op de autostrade laatst stonden de flikken heel vort opgesteld.
De Fred zit nu zo heel vort te kijken na ze computerscherm omdat er iets nie lukt.
een sector of bedrijfstak betreffende, sectoraal
Fr. sectoriel
sectorieel akkoord (deelakkoord)
sectoriële groei (per bedrijfstak)
De sectoriële onderhandelingen zaten volledig in het slop.
Met sectoriële steunmaatregelen worden bedoeld, maatregelen ten gunste van eender welke economische activiteit, het verstrekken van diensten inbegrepen.
in het Belgische onderwijssysteem, onderwijs dat niet door staat, provincie of gemeente wordt georganiseerd (definitie Van Dale)
in tegenstelling tot onderwijs, gesubsidieerd officieel ~
Tot het gesubsidieerd vrij onderwijs behoren alle scholen die op privé-initiatief, door een privépersoon of privéorganisatie georganiseerd worden. De inrichtende macht is vaak een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Het vrij onderwijs bestaat hoofdzakelijk uit katholieke scholen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.