Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
veearts
De koê steet op imvalle, lot den artis mêr koëme. (de koe gaat kalven, haal de veearts maar)
hagedis
In het Brussels: slangeratits (of varianten)
Er moet heel wat variatie bestaan in de benoeming van dit beestje, dat men vroeger als “des duivels” beschouwde.
In Limburg zijn de meest gangbare benamingen: ektis, apstis, ekvis, ertis, muurektis, heevis(ke), slan(g)tis, vierpoot(je)" …
(Bron: Woordenboek v.d. Limburgse Dialecten, http://dialect.ruhosting.nl/wld/mb342_idx.html)
pissebed
zie kelderzeug
Het wiëdt haug tijd dat ve de kalder nog èns sjaunmaoke, de wil verke koëme dich tiëge op den trap (hoog tijd dat we de kelder nog eens schoonmaken, de pissebedden komen je tegemoet op de trap)
pissebed (Oniscus asellus)
zie ook wild varken, steenvarken
Neem die steen maar niet weg, het krioelt eronder van de kelderzeugen.
zich ten volle inzetten, het volle pond geven; (ook) zich helemaal uitleven
De spelers hadden na vorige week iets recht te zetten en … ze hebben zich gesmeten!
We hebben ons gesmeten en met volle teugen genoten.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.