Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
toilet, wc
zie ook: bachten, naar ~
Ze moeste magrij naar den bachten = ze moest dringend naar het toilet, ‘naar achteren’
meikever (vnl. die rondvliegend aan een touwtje; ook wel voor een kever die je wel hoort maar niet kunt vinden, in de haag bv.)
De kènder zin mèt ’n roenkkaever op sjoek. (±de kinderen zijn met een meikever aan het spelen)
rechtop, stilstaand, onbeweeglijk
Fr. fixe
(ook Vlaams is “fiks” in de uitdr. “een fikse kater”)
Sta eens fiks! Dan kan ik de zoom van uw broek omspelden.
’s Anderendaags zat hij met een fikse kater.
(zich) uitbreiden, toenemen
Fr. prendre
De brand nam snel uitbreiding naar de eerste verdieping.
De handel in exotische dieren neemt uitbreiding. (VRTtaal.net)
krap, miniem; op het randje, nog net
Staat tegenwoordig ongemarkeerd in Van Dale, maar is van Vlaamse oorsprong.
Zie bv. het WNT:
NIPT
(Vl.-België) (Thans ook in de Ned. sportjournalistiek) (Bnw.) Zeer klein; (bijw.) op ’t kantje.
Zie ook Woordpost v. 10.6.2010
Het gaat nipt(e).
Hij klopte zijn metgezel nipt op de meet.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.