Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schort, voorschoot
Ook /vörr’k/
Doêt z’ne vérk aut aste de stroët op gees. (doe uwe schort uit als ge de straat op gaat)
Kènder haoë èn sjoël ammel ne kottenaote vérk, vrigger. (kinderen droegen vroeger allemaal een katoenen schort op school)
teelballen, kloten; vnl. in de uitdr.
“met iem. zijn ~ spelen”
met iemand zijn voeten rammelen, met zijn kloten spelen (figuurlijk)
Regio Brugge: zelfde betekenis maar uitspraak enigzins anders: /sjokkedèzen/
zie ook chokkedezen
Hey vrind, ge moet niet met mijn sjokkedeizen spelen.
Ne flike stamp onder hun sjokkedeizen, ja!
Ze hadden me bij mijn sjokkedeizen.
Veelvuldig gebruik van neussprays doen uw sinussen naar de sjokkedeizen.
De wielertoerist werd met zijn sjokkedeizen omvergereden.
Binnenkort gaan ze die gasten ook wel bij hun sjokkedeizen hebben.
En ik maar mijn sjokkedeizen afdraaien de hele dag!
teelballen, kloten; vnl. in de uitdr.
“met iem. zijn ~ spelen”
met iemand zijn voeten rammelen, met zijn kloten spelen (figuurlijk)
Regio Brugge: zelfde betekenis maar uitspraak enigzins anders: /sjokkedèzen/
zie ook chokkedezen
Hey vrind, ge moet niet met mijn sjokkedeizen spelen.
verkeerd
Ik ben helemaal misbuus gereden toen ik binnendoor naar de zee ging.
klaver
vgl. Dts. Klee
At de klei aut het vêld ès (= als de klaver uit het veld is, d.i. nooit, met sint-juttemis; als Pasen en Pinksteren op een donderdag vallen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.