Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
noskes
Als ge iemand hoort zeggen “de noskes ès viërig”, dan bedoelt hij: “den oëveskos ès viërig”, d.i. de avondskost is veerdig, het avondeten is gereed.
haad oech
In Bilzen zegt men eerder “haad oech” – of, vertrouwelijk: “haad dich! (da’s tiëgen ’t valle!)” (“oech” is de 2e p.mv. van het persoonlijk vnw. (vgl. Duits ‘euch’).
bottele
In Haspengouw (daar is Diest toch een beetje de uitloper van, hé? ;-)) zegt men "aofgebotteld koëme’ (afgebotteld komen) voor ergens ongelegen arriveren:
- met de heel famiele kwamen zij gisteren juist voor avondskost afgebotteld! daar zat ik de helen avond met zes man op mijn lep (= op mijn lappen, ermee opgescheept)
Heb het lemma hernoemd van “stinken (uren in de ronde)” naar “ronde”. De Nederlanders in mijn kennissenkring noemen de uitdrukking “Vlaams”.
Is “sieze” wel mannelijk? Gezien “z’n sieze” zou ik denken “vrouwelijk”, nee?
Test: zegt men in Brugge ’n man of ’ne man?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.