Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
geschikt, degelijk, zoals het hoort, normaal, tegoei;
eerbaar, beleefd, respectabel, welgemanierd (niet in de betekenis ‘stijf’)
Pakt die kramakkelijke stoel niet, daar kunt ge niet deftig op zitten, ge gaat er seffens nog aftotteren.
De Paul heeft nu een goei job met een deftige pree en dienstencheques.
Ge moet deftig gerief hebben om deftig te kunnen werken.
Mensen delen dezelfde bezorgdheden en willen hetzelfde. Levenskwaliteit. Ze willen een goede job, een deftig loon, wat spaarcenten, een goede gezondheid. (vakbondsman, deredactie.be)
Deftige werkvrouw gevraagd.
Die jongen komt uit een deftige familie.
> zie ook andere betekenissen van deftig
gekapt vlees – fijn gekapt; gebruikt in Izegem.
Men vroeg bij de beenhouwer “een vierendeel fiengekapt” ( vierde deel van een pond fijn gekapt)
gekapt vlees – fijn gekapt; gebruikt in Izegem.
Men vroeg bij de beenhouwer “een vierendeel fiengekapt” ( vierde deel van een pond fijn gekapt)
toen, toen der tijd, toen des tijds
SN: toentertijd
zie commentaren
Toendertijd, in de jaren 70, ging het ook niet zo goed met onze Belgische economie.
toen, toen der tijd, toen des tijds
zie commentaren
Toendertijd, in de jaren 70, ging het ook niet zo goed met onze Belgische economie.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
