Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bijna, ongeveer, nagenoeg, het scheelt weinig (of…)
zie ook wijd, verre
uitspraak met zware e: veir, vaer
“Plots zag ‘kik daar e grietje zitte,
veir aan’t pitte” (uit ’Freestyle Fabrik, Vrijdagavond)
In gans Vlaanderen (en daarbuiten) worden de bezitsvormen van de persoonlijke voornaamwoorden verbogen naargelang het geslacht van het zelfstandig naamwoord: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. De vrouwelijke vorm is steeds de standaardvorm waarop de mannelijke en onzijdige vormen zich baseren. De meervoudsvorm volgt steeds de standaardvorm. Bijvoorbeeld:
- mijne lepel (‘ne(n)’ = mannelijke uitgang)
- mijn vork (‘n’ = vrouwelijke uitgang = standaardvorm)
- mij mes (Ø = onzijdige uitgang: de eind-n, indien aanwezig in de standaardvorm, wordt verwijderd)
- mijn talloren (‘n’ = meervoudsuitgang = vrouwelijke uitgang)
In West- en Oost-Vlaanderen wordt de bezitsvorm van de tweede persoon enkelvoud (standaardvorm: ou/jou/u) bij mannelijke naamwoorden niet verbogen met het achtervoegsel ‘e(n)’, maar wel met ‘ne(n)’. Bijvoorbeeld:
- oune lepel (O-Vl) – ou(w)e lepel (Antw – merk op dat de ‘w’ slechts een weergave is van de aaneenrijging van twee opeenvolgende klinkers)
- jounen otto (W-Vl) – ou(w)en otto (Vl-Br – idem)
- …
In West-Vlaanderen gaat dit, naarmate men verder naar het westen gaat, ook op voor o.m. de eerste persoon meervoud (standaardvorm: uus/ons):
- uusne lepel (W-Vl) – onze lepel (O-Vl)
- oensnen otto (W-Vl) – onzen otto (O-Vl)
- …
Of de tweede persoon meervoud (standaardvorm: ulder/julder). Bijvoorbeeld:
- junderne lepel (W-Vl) – uldere lepel (O-Vl)
- juldernen otto (W-Vl) – ulderen otto (W-Vl)
- …
Enz.
-
In gans Vlaanderen (en daarbuiten) worden de bezitsvormen van de persoonlijke voornaamwoorden verbogen naargelang het geslacht van het zelfstandig naamwoord: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. De vrouwelijke vorm is steeds de standaardvorm waarop de mannelijke en onzijdige vormen zich baseren. De meervoudsvorm volgt steeds de standaardvorm. Bijvoorbeeld:
- mijne lepel (‘ne(n)’ = mannelijke uitgang)
- mijn vork (‘n’ = vrouwelijke uitgang = standaardvorm)
- mij mes (Ø = onzijdige uitgang: de eind-n, indien aanwezig in de standaardvorm, wordt verwijderd)
- mijn talloren (‘n’ = meervoudsuitgang = vrouwelijke uitgang)
In West- en Oost-Vlaanderen wordt de bezitsvorm van de tweede persoon enkelvoud en meervoud (standaardvorm: ou/jou/u, ulder/julder) bij mannelijke naamwoorden niet verbogen met het achtervoegsel ‘e(n)’, maar wel met ‘ne(n)’. Bijvoorbeeld:
- oune lepel (O-Vl) – ou(w)e lepel (Antw – merk op dat de ‘w’ slechts een weergave is van de aaneenrijging van twee opeenvolgende klinkers)
- jounen otto (W-Vl) – ou(w)en otto (Vl-Br – idem)
- …
-
In gans Vlaanderen (en daarbuiten) worden de bezitsvormen van de persoonlijke voornaamwoorden verbogen naargelang het geslacht van het zelfstandig naamwoord: mannelijk, vrouwelijk of onzijdig. De vrouwelijke vorm is steeds de standaardvorm waarop de mannelijke en onzijdige vormen zich baseren. Bijvoorbeeld:
- mijne lepel (‘ne(n)’ = mannelijke uitgang)
- mijn vork (‘n’ = vrouwelijke uitgang = standaardvorm)
- mij mes (Ø = onzijdige uitgang: de eind-n, indien aanwezig in de standaardvorm, wordt verwijderd)
- mijn talloren (‘n’ = meervoudsuitgang = vrouwelijke uitgang)
In West- en Oost-Vlaanderen wordt de bezitsvorm van de tweede persoon enkelvoud en meervoud (standaardvorm: ou/jou/u, ulder/julder) bij mannelijke naamwoorden niet verbogen met het achtervoegsel ‘e(n)’, maar wel met ‘ne(n)’. Bijvoorbeeld:
- oune lepel (O-Vl) – ou(w)e lepel (Antw – merk op dat de ‘w’ slechts een weergave is van de aaneenrijging van twee opeenvolgende klinkers)
- jounen otto (W-Vl) – ou(w)en otto (Vl-Br – idem)
- …
-
’s morgens, voor de middag
Periode van de dag tussen de ochtend en de middag, ongeveer tussen 9u en 12u.
In Nederland wordt dit woord gebruikt voor de periode van de vroege namiddag, dus tussen 12u-14u.
Algemeen Nederlands Woordenboek: In Nederland het gedeelte van de dag dat ongeveer duurt van 12.00 tot 16.00 uur, maar in België gebruikt voor de periode tussen ongeveer 9.00 en 12.00 uur.
DS2015 standaardtaal (geeft als betekenis ochtend!)
ook in samenstellingen: maandagvoormiddag, dinsdagvoormiddag, woensdagvoormiddag, donderdagvoormiddag, vrijdagvoormiddag, zaterdagvoormiddag, zondagvoormiddag, gisterenvoormiddag, eergisterenvoormiddag
klemtoon op de tweede lettergreep (zie Vlaamse uitspraak)
We zijn deze voormiddag al naar de winkel geweest.
In de voormiddag zijn we gaan wandelen, dan hebben we ’s middags gegeten in een taverneke aan de baan, en in de namiddag hebben we dan op de camping wat gevoetbald.
Op de E40 tussen Aalter en Nevele gebeurden gisterenvoormiddag vier verkeersongevallen: drie in Nevele en één in Aalter. (standaard.be)
Zondagvoormiddag zorgde een onwel geworden toeschouwer even voor opschudding bij ‘De Zevende Dag’.(hln.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.