Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    eigen, zijn ~
    (wederk. vnw.)

    zich

    me: mijn eigen
    je: uw/ou eigen
    zich: zijn eigen / heur eigen
    ons: ons eigen
    je: uw/ou eigen, ollen/ulder/… eigen
    zich: hun/hulder/… eigen

    uitspraak in Antwerpen: klik hier

    ook: hem

    Ik vraag mijn eigen af…
    Gij vraagt uw eigen af…
    Hij vraagt zijn eigen af…
    Zij vraagt haar eigen af…
    Wij vragen ons eigen af…
    Gullie (golle) vraagt uw (ollen) eigen af…
    Zij vragen hun eigen af…

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Jul 2021 10:53
    1 reactie(s)

    hulder
    (pers. vnw.)

    hun (voorwerpsvorm of na voorzetsel)

    niet te verwarren met ulder, dat op exact dezelfste manier wordt uitgesproken

    variant: hunder

    zie ook zulder

    - Is da daar hulderen otto?
    - Ja ’t, dienen otto is van hulder.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Jul 2021 10:51
    0 reactie(s)

    hem
    (wederkerend vnw. man. 3de pers.)

    zich
    zie ook haar
    zie ook hem of em voor “hem” bij inversie

    ook in West-Vlaanderen

    ook en elders: eigen, zijn ~

    ook dubbele hem hem: hij zich (zie voorbeeld)

    Hij is em gaan scheren (hij is zich gaan scheren)

    Iedereen Beroemd op één: ‘Anders verveelt em em’ (Anders verveelt hij zich. Uitspraak: de eerste em wordt in een adem met het werkwoord uitgesproken: ‘verveeltem em’)

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Jul 2021 10:45
    0 reactie(s)

    wassen, zijn eigen ~
    (ww. waste, gewassen)

    zich wassen

    zie eigen, zijn ~

    Ik ben nog ni gereed, ik moet mijn eigen nog wassen en mijn eigen nog scheren.

    Kom, we zijn weg. Ge hebt uw eigen toch al gekamd?

    Zie hem daar zitten, hij heeft zijn eigen nog ni verveeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Jul 2021 10:44
    7 reactie(s)

    wassen, zijn eigen ~
    (ww. waste, gewassen)

    zich wassen

    In Vlaanderen en het westen en zuiden van Nederland (waar men nog dialect spreekt) wordt het wederkerig voornaamwoord ‘zich’ aangepast aan de persoon van het onderwerp.

    Antwerpen: Ik mijneigen, gij uweigen, hij zijneigen, zij haareigen, wij onseigen, golle olleneigen, zun huneigen. Waarbij “eigen” de beklemtoning (-zelf) altijd (ook zonder nadruk) gebruikt wordt. Niet enkel bij wassen, bij alle wederkerige ww.

    Ik ben nog ni gereed, ik moet mijn eigen nog wassen en mijn eigen nog scheren.

    Kom, we zijn weg. Ge hebt uw eigen toch al gekamd?

    Zie hem daar zitten, hij heeft zijn eigen nog ni verveeld.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 20 Jul 2021 10:42
    7 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.