Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Boek, in het Nederlands onzijdig
vergelijk: boek, op den ~, boek, op den ~ vliegen
Edde gij diejen boek al geleze?
op de boek gaan, op de boek staan, op de boek geschreven:
een boete krijgen, vb voor verkeerd te parkeren
Vroeger schreven de flikken de boetes nog in een boekske, nu gebeurt dat met een miniprinterke.
Indeweek had ik het aan mijn been (been, iets aan zijn ~ hebben). Ne flik heeft mij toch op den boek gezet zekerst. Tja, ne gsm in den auto…
frieten van de frituur eten
Van Dale:
toegevoegd in 2015
BE; informeel een frietje steken
een portie frieten van de frietkraam eten
Na de voorstelling gaan we nog een pint pakken en een frietje steken.
“De Belgische frietkotcultuur is voortaan in het hele land erkend als immaterieel erfgoed. De zes bevoegde ministers hebben dat gevierd in het Atomium met een frietreceptie. Ook prins Laurent stak een frietje mee en werd opgenomen in de orde van de Gulden Puntzak.” (deredactie.be 20/07/2017)
zijn maag, buik vullen, goed eten en drinken
zie ook zak
Woordenboek der Nederlandsche Taal: zak: gewest. in Vl.-België: Maag van het menschelijk of dierlijk lichaam; ook buik. Zijn zak vullen: Emiel ka(n) zijne zak vullen, astie (als hij) veur niet (niets) mag eten of drenken, Teirlinck 1922.
regio Haspengouw, Hageland, Antwerpse Kempen
Zaterdag mogen we naar een trouwfeest gaan. Dan kunnen we onze zak nog eens goed vullen.
buik, maag
Woordenboek der Nederlandsche Taal: zak: gewest. in Vl.-België.
Maag van het menschelijk of dierlijk lichaam; ook: onderlijf waarin zich de maag en andere ingewanden bevinden, buik. Na het begin van de 18de e. bijna uitsl. nog in gewestelijk taalgebruik aangetroffen.
Pijn in ’t zak: buikpijn, koliek; bij paarden en koeien (Vl.-België)
Da peäd hee pijn (in) ‘t zak, (Tuerl. 1886).
’Et pèèrd hee’ pijn int zak, (Cornelissen-Vervliet 1903).
ook in de Antwerpse Kempen
zie ook zak, zijnen ~ vullen
zie andere definities van zak
- Waar zijn de katten?
- Ge kent ze toch: zak vol en schuppes! Die zien we voor vanavond niet terug.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.