Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schommel
zie ook: boeschcammeré
zie beize, bies, biezabijs, bijs, boes, boeschcammeré, rietseko, rijtak, sturrel, stuur, suur, toeter, touter, wippentater, zwier
-
zigeuner, bohemer
Jammer dat boejemers geen te goeie naam hebben. Ons dorpsgenoten zijn ze liever kwijt dan rijk.
kaal
zie ook: vleesklak
Die man daar heeft een blotte kop, dat moet fris zijn.
blaadje
Hier worden zowel boombladeren, als papier, als reclamedrukwerk mee bedoeld.
Kempen; bleujke, bleureke
‘t Es naojaor, de blojkes valle van de boeëmen.
(’t Is najaa; de bladeren vallen van de bomen)
De brievebus stekt wee vol me blojkes.
(De brievenbus steekt weer vol met reclame)
iemand die veel of gemakkelijk bleit
zie ook bleitmasjien, blètekouse, bleitkaas, bleitkuis
Simonneke van Thuis is een echte bleitkous. Elke aflevering zit ze te janken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.