Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die zich haast
Den afjager is weeral daar, die weet van geen ophouden.
een lange broek die te kort is
zie ook: tram, afgereden van de ~
Hij groeit zo rap, die broek is weeral te kort…er staat water in zijne kelder.
doelloos rondlopen, ronddwalen. (verwant met het engelse to wander ORIGINE: oud Engels wandrian; verwant met ‘to wend’ en ‘wind’ (uit new oxford american dictionary)
Die hond wareert hier nu weeral. Hij is verloren gelopen zeker?
Fr. abcès (m.)
ontsteking, ophoping van etter, etterbuil
(in het Nederl. is dit woord onzijdig)
in Antw. vrouw.
Ik heb weeral nen abces aan mijn tanne. (in Limb. “mijn taan”)
vervelend doen, ambetant doen
(Antw.) uithangen, het ~ : zich slecht gedragen; lastig zijn; moeilijk doen; vervelend zijn door koppigheid, kieskeurigheid, onbeslistheid, moedwilligheid, muggenzifterij enz.
dus NIET in de betekenis van ‘iets buitenhangen/openhangen’
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.