Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
draaizeef, roerzeef
vergiet waarin een soort molen is bevestigd waarmee men vroeger de soep fijn maalde, m.a.w. de mixer van nu, maar dan handmatig. Passevite is Belgisch-Frans, maar werd in West-Vlaanderen veel gebruikt.
Belgisch-Fr.: passe-vite
genoemd naar de merknaam gegeven door zijn uitvinder Victor Simon, een Belg. Het toestel werd in 1928 op de markt gebracht en 50 jaar later (1978) ging het bedrijf falliet. De verkoopslogan was: een Passe-Vite is een zeef maar niet alle zeven zijn een Passe-Vite.
zie ook: passe-vite, pasvit, zijbaar, pasfit
Doet ge de soep door de passevite, of mogen de fijngesneden groenten heel blijven?
vergiet
zie ook: passe-vite, passevite, zijbaar, pasfit
Een pasvit is erg handig in de keuken.
keukenhulpje om bereide etenswaren fijn(er) te maken. De bodem is een (vervangbaar) plaatje met veel gaatjes. Een ronddraaiende schroef duwt de massa door de gaatjes.
roerzeef
Wat wij in Vl. “passe-vite” noemen is “moulin à légumes” in Frankrijk.
< Passe-Vite=merknaam
zie ook: pasvit, passevite, zijbaar, pasfit
In Frankrijk hebt ge 2 eindprodukten van kweeperen (coings):
de gelée (gelei), gemaakt van het met suiker uitgekookte en uitgelekte sap en de pâte de coing (in repen gesneden en gedroogde vruchtenpasta) die door de passe-vite gehaald wordt.
lenig
In Brecht “da’s ne zwakke”
In het Waasland, uitdrukking :
zo zwak als een zweep
Jongeren hebben toestelturnen op school, het zijn allemaal zwakken.
Jongeren hebben toestelturnen op school, het zijn allemaal zeer flexibele en soepele jongeren.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.