Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
mondharmonica
zie ook: mondmuziek, noeneke, smoelschuif
een familielid zei: “Geef me ne keer mijn leithoorn”. Dan gaf men hem zijn mondharmonica, waarop hij mooie liederen en melodieën speelde.
mondharmonica (Heist o/d berg)
ook mondmuziek, leithoorn, smoelschuif
Ik mende naar de smirrekes te gaan zien en op mijn noeneke te spelen, maar mijne gidon was kapot.
(=Ik dacht (meende) naar de duifkes te gaan kijken en op mijn mondmuziekske te spelen, maar mijn fietsstuur was stuk)
mondharmonica
Meestal als verkleinwoord: “mondmuziekske”
ook noeneke, leithoorn, smoelschuif
Ik word er koud van, als ik Toots ‘Ne me quitte pas’ van Brel hoor spelen op z’n mondmuziekske.
mondharmonika
ook: smoelenschuiver, mondmuziek, noeneke, leithoorn
Speel eens iets op uw smoelschuif!
mondharmonica (Heist o/d berg)
ook mondmuziek, leithoorn
Ik mende naar de smirrekes te gaan zien en op mijn noeneke te spelen, maar mijne gidon was kapot.
(=Ik dacht (meende) naar de duifkes te gaan kijken en op mijn mondmuziekske te spelen, maar mijn fietsstuur was stuk)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.