Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Uitroep van afschuw
jakkers, bah
“Daar is schimmel aan.” “Eikes!”
dezelfde, hetzelfde
Mo we willen allemo wel ’t aaigeste zegge: nen uup gekloesjte dee probeire tegelaaikertaaid et aaigeste te zinge. Un choeur, quoi …
Vè den aaigeste praais.
zichzelf
zie ook: eigen, van zijn ~ = van zichzelf, vanzelf
in combinatie met voorzetsels: op, aan, …
Dat heeft em aan zijn eigen te danken dat em ontslagen is. Drie maandagen na elkaar afwezig zonder redenen…
De Jean is een beetje een eenzaat. Hij is graag op zijn eigen.Ik was zo in mijn eigen aan het denken dat er toch nog veel Vlaamse woorden zijn die nog niet in het VW staan.
Hij is proper op zijn eigen, zenne: elke dag een verse onderbroek en proper kousen.
wederk. voornaam.: zich
me: mijn eigen
je: uw eigen
zich: zijn eigen
ons: ons eigen
je: uw eigen, ollen eigen
zich: hun eigen
Ik vraag mijn eigen af…
Gij vraagt uw eigen af…
Hij vraagt zijn eigen af…
Wij vragen ons eigen af…
Gullie (golle) vraagt uw (ollen) eigen af…
Zij vragen hun eigen af…
vanzelf, moeiteloos, zonder tussenkomst, uit zichzelf
zie ook ‘zijn eigen’ (eigen, zijn ~)
Zij zal dat nooit van heur eigen doen, ge moet heur dat vragen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.