Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
langdurig kauwen (bv. op kauwgom, pruimtabak, een taai stuk vlees …); (fig.) piekeren (over)
Toegegeven: biefsteak bv., vond ik als kind al vreselijk voedsel, ik zie mij nog sjikken op zo’n brok.
Je mag nooit blijven sjikken op verleden onrecht. Gelijk haal je onmiddellijk, of niet meer.
Men kan die mannen dan misschien ook eens leren werken in plaats van de hele dag op hun lui gat op die klodden te sjikken.
luidruchtig afknabbelen
in Herenthout
Ik hoor ze knijzen tot aan de knos (klokhuis appel).
stopwoordje bij plots vernemen van goed en of slecht nieuws
ook: mo vent toch! (liedje Will Tura)
De voorbije week zijn er drie mensen uit mijn omgeving uit het leven gestapt. Toen ik dat hoorde, zei ik spontaan: Mo mens toch!
sport (bv. voetbal): een vervanging meestal tegen het einde van de wedstrijd zodat de speler een applaus in ontvangst kan nemen omwille van zijn goede prestatie of omwille van een andere reden
standaardtaal in België
NL: publiekswissel
Pär Zetterberg speelde gisteren zijn laatste match en kreeg een applausvervanging.
Uitblinker Romario verdiende een applausvervanging.
onnozele gek
in Herenthout, Antwerpen-stad
Dieje koerskemel met z’n streken.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.