Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schommel – soms vervormd tot ‘stulder’
zie ook: bies, biezabijs, bijs, bijze, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, ratak, ratek, renne, rennekoker, rietseko, rijtak, stuur, suur, toeter, touter, wippentater, zwier
We zullen voor de bengels nen sturrel zetten op de gazon.
Volle boezem
vgl: balkon, kommisveur
De buurvrouw heeft een groot schap.
Zeeft een schap waarop dat ge met 4 tafels kunt op kaarten.
Ze heeft zo’n grote boezem, dat ge er met 4 tafels kunt op kaarten. (Parmenk, 13 mei 2011)
onderdeel van een legkast, linnenkast; tapkast (nl. de planken)
ook schab, schabben
U hebt gezocht op het woord: schap.
RESULTAAT (max 20 woorden)
schap (het, de; schappen)
1 plank van een kast of langs een wand, vooral met winkelvoorraden
Voor mij nen trappist van het schap a.u.b. (d.i. niet gekoeld)
Volle boezem
vgl: balkon, kommisveur
De buurvrouw heeft een groot schap.
1. blozen van verlegenheid, gene hebben
2. blozen van schaamte (negatief)
ook: geen rode kaken krijgen: nergens meer van blozen, nergens meer mee zitten
1. 14j was ik, toen ik ocharme rode kaken kreeg als een jongen naar mij lachte. De jonkheid van vandaag is franker, ze krijgen geen rode kaken meer in zo’n situatie.
2. Stop nu met u zo kinderachtig te gedragen, ge moest rode kaken krijgen van schaamte.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.