Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zekering
zie ook: plomb
in Brugge: plong
Doordat er kortsluiting ontstond, sprong de ploan af.
overgeven, kotsen
juiste spelling: spouwen
Ik moet spauwen.
Hedde gij gespauwd?
1. gaar, klaar
2. dronken
3. rijp: voor vruchten
< murw
1. Het kieken is meurrig.
2. Jef is zo meurrig als nen aap.
3. Die nectarine is al [farm) meurrig.
1. gaar, klaar
2. dronken
3. rijp: voor vruchten
< murw
Het kieken is meurrig.
Jef is zo meurrig als nen aap.
Die nectarine is al [farm) meurrig.
murw, gaar(gekookt); (van personen) bekaf
De iërappel zin mérf (de aardappelen zijn gaar).
Ich bèn mérf (ik ben op, ik kan niet meer)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
