Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vulgair volk
Antwerpse Kempen: brakkevolk, kotjakker
Hageland: soepvolk
zie ook: ras, marginaal
Die kameraden laat hij beter links liggen want dat is soort.
De soort van daar achter de brug hebben ze precies weer losgelaten. Ze kunnen hier niks komen doen.
Het soort is er weer, se, hoort es wat praat dat ze bij hebben.
overgeven, onpasselijk worden, kotsen
Hageland: geubelen
VD 2OO5: gobbelen
onovergank. werkw.; gobbelde; h. gegobbeld
klanknabootsende vorming
(gewestelijk)
1. gulpen, gutsen
2. braken, overgeven
Na dat zwaar pakske friet moest ze geubbelen.
Iets verkeerd gegeten, ik heb moeten geubelen.
(Janwitloof, 6 feb 2010 – Hageland)
overgeven, onpasselijk worden, kotsen
Hageland: geubelen
VD 2OO5: gobbelen
onovergank. werkw.; gobbelde; h. gegobbeld
klanknabootsende vorming
(gewestelijk)
1. gulpen, gutsen
2. braken, overgeven
Na dat zwaar pakske friet moest ze geubbelen.
Iets verkeerd gegeten, ik heb moeten geubelen. (Hageland)
spuwen, braken
zie ook: spouwen, spougen
Spaajende kènder zin daajende kènder (d.i. kinderen die veel overgeven, gedijen goed).
1. uitgeput, oep zijn > SN
2. overal pijn hebben
uitspraak: geradbrakt
in Antw.: geradbrokt
1. Hij is helemaal geradbrakt.
2. In Bobbejaanland kwam ik geradbraakt uit de Speedy Bob. Zeer in mijn spieren van tegen te houden en blauw plekken van het botsen, maar het was plezant.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
