Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. gaar
2. dronken
zie ook: deirm, pottendarm, zjaak, potdicht, poepeloere, petrol zijn
< murw
andere spelling: meurrig, meureg, meurreg
zie ook: mérf
WNT:
“Zet de patatten af, ze zijn mörg genoeg.” Corn.-Vervl.
1. Zijn de patatten al meureg?
2. Toen ’m van ’t café kwam, was ’m meureg.
Na een paar keer bergop en bergaf met zijne velo was de Jean zo meurg als iet.
Hèèl dronken, neen… erger, waanzinnig dronken!
Toe, Pot-pot en hemel toe, Pot en hemel dicht, Zo dicht als een huis
zie ook: deirm, pottendarm, zjaak, meurg, poepeloere, petrol zijn
uitdr. crimineel, zijn eigen ~ zuipen, petrol, zijn eigen ~ zuipen
Hij was pottoe.
alleen predicatief: volledig zat
→ Jaak > Fr. Jacques /zjoa:k/
zie ook: deirm, pottendarm, potdicht, poepeloere, petrol zijn, meurg
Ik was gisterenavond echt zo zjaak op da feestje…
straalbezopen, heel zat
zie ook: deirm, zjaak, potdicht, poepeloere, petrol zijn
De Joris was gistere echt pottendaarm! W’hebben hem nog naar huis mogen dragen.
Een uitdrukking van een staat van zware beschonkenheid.
Vooral populair bij de jeugd van de Antwerpse Kempen
zie ook: pottendarm, zjaak, potdicht, poepeloere, petrol zijn, meurg
“amai, den Bert staat er weer ze, me zijne deirme kop”
“Laat me doen, kzen deirm”
“ej mottige kalle, kzen deirm, gaan we muilen?”
“’t Is ni omdak nen tak op mijne kop heb dak deirm zijn!”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.