Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    patatten, platte ~
    (uitdr.)

    patatpuree

    zie platte patatten

    Mijn memoe uit Lier sprak ook altijd over platte patatten eten, en die waren serieus plat.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 07 Jan 2013 02:26
    0 reactie(s)

    dinge
    (het ~, de~, (m.(v.)), ~s, ~n)

    Dikwijls gebruikt wanneer ge niet direct op de naam komt van iets. Meestal daarna volgt “euh…”
    zie ook: dinges, dingske

    1. het dinge: voor znw die onzijdig zijn.
    vb. het gebouw, het huis,…

    2.de dinge: voor znw/psn die vrouwelijk zijn
    vb de straat, de laan,…

    3. den dinge: voor znw/psn die mannelijk zijn
    vb de man, de auto,…

    4. dinge: direkte aanspreking, geen geslacht, geen mv.

    1. Aan het dinge, aan het euh… Ja, dat appartementsgebouw daar, daar moet ge de straat inrijden.
    Het dinge, euh…, waar ze die retrospectieve van Chagall houden, zoek dat es op, op internet.

    2. Uw vriendin, de dinge, euh…, de Magda, komt die morgen ook naar dat feestje?

    3. Ge slaat daar rechts af, daar langs den dinge… (gommarus, 19 jan 2008 – cfr. reactie ander lemma dinge)
    Dien dinge, dien Lexus, dien is duur, amai.

    4. Dinge, euh…, Leen, waar gaat gij henne?
    Dinge, Jos, ge hebt een prachtig schilderij gemaakt!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 Jan 2013 02:14
    0 reactie(s)

    dinge
    (het ~, de~, (m.(v.)), ~s, ~n)

    Dikwijls gebruikt wanneer ge niet direct op de naam komt van iets. Meestal daarna volgt “euh…”
    zie ook: dinges, dingske

    1. het dinge: voor znw die onzijdig zijn.
    vb. het gebouw, het huis,…

    2.de dinge: voor znw/psn die vrouwelijk zijn
    vb de straat, de laan,…

    3. den dinge: voor znw/psn die mannelijk zijn
    vb de man, de auto,…

    4. dinge: direkte aanspreking, geen geslacht, geen mv.

    1. Aan het dinge, aan het euh… Ja, dat appartementsgebouw daar, daar moet ge de straat inrijden.
    Het dinge, euh…, waar ze die retrospectieve van Chagall houden, zoek dat es op, op internet.

    2. Uw vriendin, de dinge, euh…, de Magda, komt die morgen ook naar dat feestje?

    3. Ge slaat daar rechts af, daar langs den dinge…
    (gommarus, 19 jan 2008 – cfr. reactie ander lemma dinge)
    Dien dinge, dien Lexus, dien is duur, amai.

    4. Dinge, euh…, Leen, waar gaat gij henne?
    Dinge, Jos, ge hebt een prachtig schilderij gemaakt!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 Jan 2013 01:56
    0 reactie(s)

    henne
    (bijw. van plaats)

    naartoe, in de richting van, heen
    ook: hene

    Zij gaat naar een concert van den ene of den andere; zij gaat daar henne met 2 vriendinnen.

    Waar wilt ge nu henne gaan, naar Kroatiƫ of Bosniƫ?

    Aan ’t rondpunt neemde de 2de straat en dan rijdt ge er zo henne.

    Roodkapje waar gaat gij hene?
    Zo alleen, zo alleen…

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 Jan 2013 01:48
    3 reactie(s)

    dinge
    (het ~, geen mv.)

    kleding: ’s zondags dinge, ’s wekendags dinge

    zie ook: dingen

    Ik leg ’s avonds altijd mijn dinge klaar voor als ik opsta.

    Regio Mechelen
    Bewerking door fansy op 07 Jan 2013 01:21
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.