Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iemand die veel sjauwelt (zie sjauwelen), babbelt, keuvelt, …
v: een sjauwel; m: ne sjauwelaar
zie ook moelejan
Zeg sjauwel, stopt nu eens met babbelen en doe eens verder.
Dat is nogal ne sjauwelaar zenne, die zijnen bebbel staat gene seconde stil.
1. wordt gebruikt om een persoon aan te duiden die aan extreme magerzucht lijdt. Bij lichtgewicht babies spreekt men van “een vernepelinsken”
2. klein mager persoon
3. voedsel
1. Aan onze Jan zijn liefje hangt er niets aan, zo’n vernepeling.
2. Onze Wout was een klein vernepelingske dat 3 weken in de couveuse moest blijven.
3. Die abrikozen zijn maar schrale vernepelingskes.
Diminutief: verneutelingsken
Een verneutelingsken is een pasgeboren maar mager en klein kindje
zie ook: vernepeling
ook in Prov. Antwerpen
Toen ze vierennegentig werd vertelde ze dat ze lang in de wieg heeft moeten liggen omdat ze een verneutelingske was.
Een verneutelingsken is een pasgeboren maar mager en klein kindje
zie ook: vernepeling
ook in Prov. Antwerpen
Toen ze vierennegentig werd vertelde ze dat ze lang in de wieg heeft moeten liggen omdat ze een verneutelingske was.
balein
vb. van een paraplu, van een korset of van een bh, beugel
Vroeger (jaren … > 60) werden de baleinen van een walvis gebruikt voor het vervaardigen van een korset; nu van roestvast staal voor een stevige pasvorm. Voor onderdelen van regenbescherming gebruikt men nu aluminium.
De blein van mijn beha is in het wasmachien blijven steken.
Vrijdag, met die hevige regenwind is de blein van mijn paraplu in 2 geknakt. De vuilbak aan het ziekenhuis heeft mijn erf(deel)stuk gekregen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.