Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
pejoratief: iemand die zijn eigen aanstelt, ambetant doet, …
vgl plezanterik, plezante, flauwe ~
Zeg plezante, is ’t nog niet genoeg geweest? Gaat maar ergens anders onnozel doen, maar niet hier.
De Jean, dat is ne plezante dat. Eerst zegt em dat em komt en dan belt hij op het laatste moment af. En ik staan hier met mijn pruimenvlaai.
stukadoor, plafondwerker
Schoonmaken heeft geen zin zolang de bezetters niet klaar zijn met hun werk.
pleister, kleefverband
Fr. merknaam ‘sparadrap’
Heb ge mij gene sparredra? Ik hem mijne vinger gesneden.
plakken, ergens langer blijven dan gewenst, geen aanstalten maken om weg te gaan
Het zijn eigenlijk altijd dezelfden die plenken in mijn café, die hier elke keer het licht uitdoen, als het ware.
Tielebuis
WNT: eigennaam van den hoofdpersoon in de Cluyt van Tielebuys, die wederom herdragen wilde sijn (v. vloten, Kluchtsp. 1, 168 volgg.), welke in 1541 door de haarlemsche rederijkerskamer te Diest werd gespeeld; en als naam voor een aartsgek bekend gebleven, thans nog in Antw. Kempen en Brab. in de uitdr. zoo zot als Tielebuis,
door en door gek (tuerl., corn.-vervl.).
VD2013 online: gewestelijk
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.