Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iets heel ergs doen met iemand waar men razend op is
Als ik die gast, die mijn velo heeft gerat, kost krijgen, ik deed hem ik weet niet wat.
afgemat, pompaf, heel muug, bekaf
Na de verhuis was iedereen teutaf.
Nu kruip ik in mijn bed want ik ben teutaf.
vrijgezellenfeest, -party of -uitstap
(vnl. jongerentaal)
Ik moet mijn vriendin een kaartje sturen, want ik kan niet naar hare vrijgezelle gaan.
Met nog 99 dagen op de teller is mijn zus (mijn getuige) bezig met de voorbereidingen van mijne vrijgezelle!
Volgende vrijdag is het de vrijgezellenavond van mijn neef.
zie: kriek, zijn eigen ~ lachen
zie aldaar
1) niet goed weten welke ziekte iemand heeft
2) een ingebeelde ziekte hebben
1) Die ziet zo bleek vandaag, wat zou die mankeren?
Geen flauw idee, ziek aan haar kriek misschien?
2) Hij heeft zijn eigen (eigen, zijn ~) ziek gemeld op het werk, maar heeft niet gezegd wat hij had.
Ziek aan zijn kriek zeker?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.