Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
overdaad aan juwelen
zie ook ijzerwerk
Sommige helsangels hebben een grote ijzerwinkel aan hun lijf hangen; vooral kettingen.
In de jaren 80 was het dragen van een ijzerwinkel het van het.
Pearcings door zijn wenkbrauwen, lip, neus en van onder tot boven in zijn oren. Die heeft nen serieuze ijzerwinkel aan zijnen kop hangen. Wie weet waar nog allemaal?
Beetje denigrerend woord voor het geheel van juwelen dat iemand draagt.
Soms ook wel gebruikt voor een beugel.
zie ook: ijzerwinkel
Op onze eerste etentje droeg ze een prijzig kleedje en veel ijzerwerk: het was direkt duidelijk waar een goedverdienende vrijgezel als zij haar geld graag aan uitgaf.
Beetje denigrerend woord voor het geheel van juwelen dat iemand draagt.
Soms ook wel gebruikt voor een beugel.
Op onze eerste etentje droeg ze een prijzig kleedje en veel ijzerwerk: het was direkt duidelijk waar een goedverdienende vrijgezel als zij haar geld graag aan uitgaf.
bierbuik, horecagezwel
zie ook: toogzweer, tugzweere
Aan den toog zaten twee mannen mee toogspieren.
flinke vent, groten knecht
Savonds grote knecht en smorgens het hoofd nie recht, da kan nie zijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.