Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schuim, meestal op de mond of van gekookte of bedorven vloeistoffen
zie ook: broem, brom
Herenthout: proes (niet te verwarren met proes als poepgelei
WNT: Broes
In verschillende gewesten: Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Overijsel, Groningen, en ook wel in Holland
bekend voor: Schuim, meestal dat op den mond van razende menschen of dieren, doch ook wel dat op ”verschgetond” bier, soep en andere (gekookte) vloeibare spijzen of op stilstaand water (SCHUERM. (1865-1870); CORNELISSEN;
Onze Volkst. 2, 214 a; 3, 146 b; GALLÉE 7 b; DRAAYER 7 a; MOLEMA 58 b, 508 b ). In denzelfden zin ook broesem of brösem (Overijsel, Groningen, West-Vlaanderen: MOLEMA 59 b, 508 b ).
verg. BROEM (II) en PROES.
Het broes kwam uit zijnen mond, SCHUERM. (Kempen, 1865-1870).
Het broes stond op zijn lippen, zo colèrig was hij.
Het broes op de soep leeft.
Het broes in de gracht stinkt.
gemakkelijke, gunstige betalingsvoorwaarden
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Taaladvies.net: gemak van betaling komt nog een enkele keer voor in België, maar het is verouderd en geen standaardtaal . In de standaardtaal spreekt men naargelang van het geval bijvoorbeeld van gespreide betaling of termijnbetaling.
Gemak van betaling is wel standaardtaal in de betekenis ‘betalingsgemak’.
Onze Kevin heeft een stofzuiger gekocht. Hij geniet een gemak van betaling met een afkorting op 1 jaar.
schuim
1. op vloeistoffen
2. op de mond van razende mensen of dieren
WNT:
— oudtijds ook BREM en, gewestelijk nog, BROEM
— In de prov. Antwerpen is broem, brom ook, als vr. woord, bekend voor: bekaamsel, laag schimmel op bier, wijn enz. (CORNELISSEN ).
vb. Den broem van de soep afscheppen, CORNELISSEN.
1. Als ge klare bouillon wilt, is het het beste dat ge de broem er geregeld afschept.
Het broem van de gesmolten suiker op de ingekookte vruchten afschuimen, is goed om een heldere gelei te bekomen.
Amai, wat broem op de soep. Die is zuur. Kapt die maar rap in ’t gemak.Er ligt heel wat broem op die stinkende gracht.
2. Oei, maken dat we wegkomen want er komt al broem op dien hond zijn bakkes te staan.
Omdat de ademhaling bij epilepsie patiënten stokt door een kramp, wordt de patiënt eerst rood en daarna blauw. Dan volgt een blazende ademhaling met broem op de mond.
Brom, broem, broes, broesem, broemsel.
Dik, vuil schuim.
Term die gebruikt werd bij het bierbrouwen.
Term komt ook voor bij het maken van een bouillon.
WNT:
— oudtijds ook BREM en, gewestelijk nog, BROEM —, znw. m.; zonder mv.
Een woord voor: Schuim, welks afkomst onbekend is, en dat zeker alleen toevallig in beteekenis en vorm gelijkt op Broes (zie ald., 2de art). Thans nog in Zuid-Nederland (SCHUERM. (1865-1870), CORNELISSEN ). De alleen in onderstaande plaats gevonden vorm berm is nog niet verklaard.
Brom j. broem. (Spuma, sordes seu strigmenta rerum decoctarum), KIL. (1605).
Den broem van de soep afscheppen, CORNELISSEN.
— Sijn Leedtjes trock ’t (een betooverd kind) van een; den Brem lagh op sijn mont, V. DAM, Beschr. v. Westvoorn, 99 a.
— In de prov. Antwerpen is broem, brom ook, als vr. woord, bekend voor: bekaamsel, laag schimmel op bier, wijn enz. (CORNELISSEN ).
Als ge ne goeie bouillon wilt maken, dan gebruikt ge best soepvlees, boullie of mergpijpen. Na een tijdje koken verschijnt er echter brom of een vies witgrijs schuim bovenaan in de pot. Die moet ge dan afscheppen met een schuimspaan, want anders ziet uw soep er gekabbeld (kabbelen) uit. Vies !
Brom, broem, broes, broesem, broemsel.
Dik, vuil schuim.
Term die gebruikt werd bij het bierbrouwen.
Term komt ook voor bij het maken van een bouillon.
WNT:
— oudtijds ook BREM en, gewestelijk nog, BROEM —, znw. m.; zonder mv.
Een woord voor: Schuim, welks afkomst onbekend is, en dat zeker alleen toevallig in beteekenis en vorm gelijkt op Broes (zie ald., 2de art). Thans nog in Zuid-Nederland (SCHUERM. 1865-1870, CORNELISSEN ). De alleen in onderstaande plaats gevonden vorm berm is nog niet verklaard.
Brom j. broem. (Spuma, sordes seu strigmenta rerum decoctarum), KIL. (1605).
Den broem van de soep afscheppen, CORNELISSEN.
— Sijn Leedtjes trock ’t (een betooverd kind) van een; den Brem lagh op sijn mont, V. DAM, Beschr. v. Westvoorn, 99 a.
— In de prov. Antwerpen is broem, brom ook, als vr. woord, bekend voor: bekaamsel, laag schimmel op bier, wijn enz. (CORNELISSEN ).
Als ge ne goeie bouillon wilt maken, dan gebruikt ge best soepvlees, boullie of mergpijpen. Na een tijdje koken verschijnt er echter brom of een vies witgrijs schuim bovenaan in de pot. Die moet ge dan afscheppen met een schuimspaan, want anders ziet uw soep er gekabbeld (kabbelen) uit. Vies !
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.