Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    best, voor het ~e
    (bw. uitdr.)

    voor alle zekerheid, om zeker te spelen

    zie ook best

    Trek voor het beste de tv maar uit, het gaat onweren.

    Provincie Limburg
    Bewerking door fansy op 27 May 2013 02:02
    2 reactie(s)

    best
    (bw.)

    maar beter

    vd2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
    ter uitdrukking van een suggestie of voorschriftsynoniem: beter, bij voorkeur
    in de praktijk kan men best rekening houden met een lange leveringstermijn

    Ge roept best de dokter als de koorts straks niet over is.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 May 2013 01:59
    4 reactie(s)

    leefloner
    (de ~, (m.), ~s)

    Een persoon (man of vrouw) die leeft van een leefloon.

    De ouders van een vriend waren 10 jaar lang leefloners, voor ze op pensioen gingen.

    Onder de leefloners zitten opmerkelijk veel gefaalde zelfstandigen.

    Een groot deel van de leefloners bevindt zich in een leefloondynastie.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 May 2013 01:55
    0 reactie(s)

    afzien, siberisch ~
    (uitdr.)

    zie siberisch afzien

    zie aldaar

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 May 2013 01:46
    0 reactie(s)

    broes
    (het ~, geen mv.)

    schuim, meestal op de mond of van gekookte of bedorven vloeistoffen
    zie ook: broem, brom

    Herenthout: proes (niet te verwarren met proes als poepgelei

    WNT: Broes
    In verschillende gewesten: Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Overijsel, Groningen, en ook wel in Holland
    bekend voor: Schuim, meestal dat op den mond van razende menschen of dieren, doch ook wel dat op ”verschgetond” bier, soep en andere (gekookte) vloeibare spijzen of op stilstaand water (SCHUERM. (1865-1870); CORNELISSEN;
    Onze Volkst. 2, 214 a; 3, 146 b; GALLÉE 7 b; DRAAYER 7 a; MOLEMA 58 b, 508 b ). In denzelfden zin ook broesem of brösem (Overijsel, Groningen, West-Vlaanderen: MOLEMA 59 b, 508 b ).
    verg. BROEM (II) en PROES.
    Het broes kwam uit zijnen mond, SCHUERM. (Kempen, 1865-1870).

    Het broes stond op zijn lippen, zo colèrig was hij.

    Het broes op de soep leeft en het broes in de gracht stinkt.

    Houd de gelei goed in ’t oog en schep op tijd de proes eraf.

    Vers kieken moet ge eerst goe wassen voor dat ge er bouillon van maakt, anders krrijgt ge vieze proes op de soep.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 27 May 2013 01:23
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.