Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
afglijden, naar beneden glijden
zie ook rijzen, afrijs, afrijzer
VD 2013 online:
1. (gewestelijk, van dingen die aan iets anders vastzitten, m.n. van de bladen en zaden van planten) geleidelijk en bij gedeelten afvallen, ervan losgaan en neervallensynoniem: afrijzelen
2. (gewestelijk) neerglijden: zich van de berg laten afrijzen
Als ge bovenaan dat schuin dak zit, zie dan dat ge er niet afrijst.
heel hard snurken
zie ook: bomen afdoen
Mijne pa, die deed geen bomen af, maar heel der fameuze (fameus) bossen. Stel u voor: op een camping in de Eifel, in een tent; wij hadden nooit last van wilde dieren snachts!
heel hard snurken
zie ook: bomen afdoen
Mijne pa, die deed geen bomen af, maar heel der fameuze (fameus) bossen. Stel u voor: op een camping in de Eifel, in een tent; wij hadden nooit last van wilde dieren snachts
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.