Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kandijsuiker
WNT: kantsuiker, min of meer beschadigde korstsuiker (kandij) (schuerm. 1865-1870; corn.-vervl.).
Van ons memoe moesten wij als kind elke dag een paar keren stukjes kantsuiker in onze mond steken want dat was goed voor de hoest, beweerde ze.
Kantsuiker in thee vind ik heel lekker.
geen hoogte krijgen van iets of iemand, geen vat krijgen op iets of iemand
WNT: In Z.-Ndl.
Dan reageert hij zus en dan reageert hij zo. Ik weet niet wat hij juist wilt. Weet hij het zelf wel; maar ik krijg daar gene kant aan, aan die vent.
geen hoogte krijgen van iets of iemand, geen vat krijgen op iets of iemand
WNT: Geen kant aan iets of iemand krijgen. In Z.-Ndl.
Dan reageert hij zus en dan reageert hij zo. Ik weet niet wat hij juist wilt. Weet hij het zelf wel; maar ik krijg daar gene kant aan, aan die vent.
op niets trekken
zie ook botten, op geen ~ trekken
Dat schilderij dat hij gemaakt heeft, op wat trekt dat nu? Dat trekt toch op geen kanten, dat ziet ge nu toch!
Dat trekt toch op geen kanten; in het buitenland schulden maken, ze niet betalen, u onbereikbaar maken omdat ze u zogezegd niet meer kunnen vinden dan?!
Smalle, platte zoom in of aan lijstwerk
WNT: Bij schrijnwerkers, alleen in Zuid-Nederland.
- Het kantje van eenen astragaal, de bo. Eene bies met twee kantjes, de bo (1873).
Platte kant, noesche (schuine) kant, v. keirsbilck, Timm. 207 (1898).
’En baguette schaven met twee kantjes, corn.-vervl.
De plinten zijn aan 1 kant hol gefreesd als versiering en de platte kant is tegen de vloer gemonteerd.
Dat kantje van die parelkettingmoulure is schoon afgewerkt met een witte bies.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.