Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    salonpop
    (de ~, (v.), ~en)

    1) een pop met hele mooie romantische kleren, Sissi-stijl, die in het midden van de zetel in een salon werd gezet als pronkstuk. Deze pop diende niet om mee te spelen.
    Naar analogie met de rijke dames in de sa­lons van de Fran­se mar­kie­zin­nen in de 17de eeuw

    2) een uitgedost en getooid meisje of vrouw waarbij enkel het uiterlijk belangrijk is en niet de inhoud

    Paris Hilton is een schoon voorbeeld van een rasechte salonpop.

    1) Toen ik 7 jaar was kreeg ik van memoe en salonpop. Normaal mocht ik daar niet mee spelen, maar ons moeder vond van wel.

    2) Veel meisjes zijn salonpoppen. Zo hard opgetut dat ge ze onder een glazen stolp of in een salon zou zetten. Ze kunnen niets anders dan alleen maar mooi zijn.

    ‘Soit belle et tais toi’ zei hij tegen een opdringerige salonpop en ze verstond niet eens dat ze werd uitgemaak (uitmaken) voor lomp kieken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 21 Dec 2015 19:10
    1 reactie(s)

    salonpop
    (de ~, (v.), ~en)

    1) een pop met hele mooie romantische kleren, Sissi-stijl, die in het midden van de zetel in een salon werd gezet als pronkstuk. Deze pop diende niet om mee te spelen.
    Naar analogie met de rijke dames in de sa­lons van de Fran­se mar­kie­zin­nen in de 17de eeuw

    2) een uitgedost en getooid meisje of vrouw waarbij enkel het uiterlijk belangrijk is en niet de inhoud

    1) Toen ik 7 jaar was kreeg ik van memoe en salonpop. Normaal mocht ik daar niet mee spelen, maar ons moeder vond van wel.

    2) Veel meisjes zijn salonpoppen. Zo hard opgetut dat ge ze onder een glazen stolp of in een salon zou zetten. Ze kunnen niets anders dan alleen maar mooi zijn.

    ‘Soit belle et tais toi’ zei hij tegen een opdringerige salonpop en ze verstond niet eens dat ze werd uitgemaak (uitmaken) voor lomp kieken.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 21 Dec 2015 19:07
    1 reactie(s)

    koekendozenromantiek
    (de ~, (m.), geen mv.)

    - zeemzoete, mier­zoe­te, sui­ker­zoe­te romantiek
    - de romantiek die rond de adel hangt, die tot onze verbeelding spreekt en ons in een gevoelige, mysterieuze stemming brengt, weg van de alledaagse wer­ke­lijk­heid

    Oorsprong: de afbeeldingen van koninklijke familieleden op koekendozen (koekendoos)

    De films van Sissi, dat is pure salonpopperij en koekendozenromantiek ten top.

    Philipp Bekaert (42) uit Etterbeek, bij Brussel, kijkt ook uit naar het huwelijk van William en Kate. Om dan te betogen tégen het koppel. ‘Dit is koekendozenromantiek waarvan ik walg’, zegt Bekaert. (nieuwsblad.be)

    Column ‘De Morgen’: De koekendozenromantiek der flandriens: Maar net omdat wielrennen mij genegen is, hekel ik het sfeertje van koekendozenromantiek waarin het vandaag al te vaak verpakt wordt. Van renners moet je geen goden maken, en ze dus ook niet buitensporig met van de pot gerukte lyriek bejubelen. (anndecraemer.be)

    Koekendozenromantiek. Het einde van een tijdperk. Nostalgie en herinneringen aan een verleden dat nu voorgoed voorbij is. (Mechelenblogt.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 21 Dec 2015 18:51
    0 reactie(s)

    zwikken
    (ww., zwikte, gezwikt)

    1) zwenken, draaien, buigen
    2) door wankelen omvallen, kwikken, kwikkelen
    3) manier van gaan, zie ook zwik, met een ~ gaan

    WNT: zwikken: Nog gewestelijk, in Vl.-België.
    1) Draaien, buigen, op en neer bewegen
    2) Door hevige schuddende bewegingen omslaan.
    3) Van menschen en dieren: zich met onzekeren, ongecontroleerden, slingerenden, schommelenden, struikelenden gang voortbewegen; wankelen, waggelen.
    > De koe zwiekt al gaan, teirl. 1922.

    1) Soms zie je op een opligger van een vrachtwagen het opschrift: ‘pas op, zwenkt uit’. Wij zeggen: ‘pas op, zwikt uit’.

    2) De plant die ik gekocht had en in mijn wagen langs de passagierskant op de mat had gezet, zwikte toen ik de bocht moest nemen. Al het zand op de mat natuurlijk.

    3) Wat heeft die gast gedronken, die zwikt zo?
    De boodschappentassen wegen te zwaar voor haar want ze zwikt van links naar rechts.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 21 Dec 2015 15:57
    0 reactie(s)

    zwik, met een ~ gaan
    (uitdr.)

    Het bovenlijf is langs 1 kant lichtjes gebogen, meestal naar de rechter buitenkant, de schouder afhangend. Terwijl men voortgaat, zakt men met 1 been een beetje dieper door dan met het andere.

    WNT: zwik: bij het loopen het lichaam aan de eene zijde naar beneden laten doorzakken. de bont 1958.

    In sommige culturen lopen mannen op een ‘coole’ manier: ze zwikken of gaan met een zwik.

    John Wayne ging met een zwik.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 21 Dec 2015 15:46
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.