Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
flauw vallen, bewusteloos zijn
zie ook sus, van zijne ~ vallen
Ge bloeide (bloeien) aan uwe vinger en ineens waart ge helemaal weg he man!
- soldaat van de infanterie, zandstuiver, voetvolk of grondtroepen
- was aanvankelijk een minachtende benaming voor iemand die klein en niet veel mans is en werd daarna als scheldnaam voor soldaten gebruikt (WNT)
< Frans piote: scheldnaam dien de cavalleristen geven aan de infanteristen
VD2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal
De piotten hadden meestal ne gamellenboefer die het voor het zeggen had.
een klein jongetje, een klein meisje,
alg. een klein kind
zie ook patatter, pagadder, piot
We gaan op reis naar d’Ardenne en we nemen onze petotter mee.
Ons klein petotterke is zo schattig in haar nieuw kleedje.
persoon die klein is van gestalte
WNT: piot
- Als minachtende benaming voor iemand die niet geteld wordt, die niet veel mans is, schimpwoord: In Z.-Ndl.
- Iemand die van kleine gestalte is, een klein mannetje. In Vlaanderen.
zie ook petotter
Mijn overgrootvader die schrijnwerker was bij de bouw van de Zimmertoren in Lier, was een piot, hij mette (meten) amper 1.63 meter.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.