Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Schelvisogen en apekool
Er zijn meer vergelijkingen met vissen die met iemand de spot drijven: van iemand met schelvisogen kan je niet op aan en dat geldt vooral als hij ook nog eens apekool verkoopt. Dit laatste komt van apekalle, dat de Nederlandse benaming is van de Groenlandse haai. Met die haaiennaam
schold men vroeger schelvis van slechte kwaliteit uit. En als je slechte schelvis verkoopt, ben je raar bezig. Zo wordt apekool tegenwoordig gebruikt om duidelijk te maken dat iemand zotteklap uitkraamt.
http://www.vliz.be/cijfers_beleid/zeevisserij/photo_gallery.php?album=952&pic=17485
verklaring
De etymologie wijst uit dat ‘adrij en aanverwanten’ een erfenis is van een Keltische taal omdat alle Keltische talen afstammen van een gemeenschappelijke voorouder, het Proto-Keltisch, dat op zijn beurt behoort tot de Indo-Europese taalfamilie, waartoe ook het Nederlands behoort. Tijdens het tweede en het eerste millennium voor Christus, toen de Keltische beschaving haar hoogtepunt bereikte, werden de Keltische talen gesproken over bijna heel Europa. Het Schots-Gaelisch stamt af van het Eiland-Keltisch, een onderverdeling van het Proto-Keltisch:
Volgens de Eiland/Vastelandhypothese, ziet de stamboom van de Keltische talen er als volgt uit:
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.