Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van fansy

    van de maar bereden zijn

    Sage uit Herentals

    Van de mare gereden; man tijdens slaap bijna verpletterd door enorme vent.
    Dat is een stilstand in ‘t bloed. Sommige mensen geraken soms niet naar huis en kunnen dan niet thuis geraken. Dat is behekst, wordt gezegd. Ik zijn van zijn leven van de mare gereden.
    Dat is dromen gelijk ze zeggen nu. Ik slaap voor de eerste nacht in een verse kamer alleen. En ik droom. ’k Zijn wakker en ik slaap toch. En dan komt een vent binnen, 7 venten dik. En die smijt ineens zijn eigen op mijn lichaam he. En ik lig er verpletterd onder. En ik roep op onze vader. Maar roepen, maar roepen. Niemand hoort iets. Dat gaf geen klank. En die vent gaat er af en ineens zo’n klank dat heel het huis wakker was. Ik was toen 16-17 jaar, denk ik. Nee, begot, ’k was er 19. “Wat was dat”, zeiden ze. En ikke moe en bezweet. En een vent met een mustache lijk horens van een stier. ’k Zie hem nog altijd op mijn lijf vliegen. (A. Michielsen, Vlaamse Volksverhalen)

    Toegevoegd door fansy op 11 Oct 2014 21:29

    moffel

    WNT:
    Uit de volgende plaats is af te leiden, dat mof ook de naam van een foltertuig is geweest, waarin de handen werden vastgehouden; ook fr. mofle komt in dien zin voor.
    Don Johan … loogh … zich zelve toe, dat de Staaten niet dan zyn’ verkleyning zochten, om zich van geduurighe monbardy oover hem te verzeekeren; en met houte moffen te vermassen, handen, die hy waande tot voeren van schepters geschaapen te weezen, hooft, N.H. 517 (1642)

    Toegevoegd door fansy op 11 Oct 2014 06:51

    moef

    MNW:
    D. Muffe; Ndl. mof; eng. muff: lafbek.
    Het reeds in de middeleeuwen bekende scheldwoord, waarmede men te Aken een Keulenaar (Kölsche muff, De Jager, Freq. 1, 401) en in Nederland een Duitscher pleegt aan te duiden.
    Belgae solent Germanos ita vulgo vocare, qui contrario eos nominant malle hollanders”. Het woord zal wel eigenlijk beteekenen zuurmuil, of iemand met een grooten of opgeblazen mond, blaaskaak, en samenhangen met moffelen.

    Toegevoegd door fansy op 11 Oct 2014 06:30

    loodjeslijst

    ja, dat is een catchphrase geworden natuurlijk, dankzij die film met Morgan Freeman en Jack Nicholson.

    Toegevoegd door fansy op 11 Oct 2014 05:59

    zooien

    Zooije zal wel de Leuvense variant van “zieden” (koken) zijn, vermoed ik. In Zuidelijk Limburg zegt men “zauë/zouwe” (intervocalische d valt weg of wordt j/w na lange klinker of tweeklank): “het koëk tot het zaut” (als iets hevig aan het koken of aan het bruisen is), (ook) “het rèngert tot het zaut” (het regent pijpenstelen).
    Stamtijden van zieden: zood, gezoden (sterk), ziedde, gezied (zwak).

    Toegevoegd door petrik op 28 jul 2010

    Toegevoegd door fansy op 11 Oct 2014 05:19

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.