Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Reacties van fansy

    lutsen

    Welkom Neuze!

    Toegevoegd door fansy op 09 Nov 2014 23:22

    nieuwjaar

    WNT:
    Het begin van een (nieuw) kalenderjaar viel en valt nog niet bij alle volken en in alle landen op hetzelfde tijdstip; men weet dat b.v. het jaarbegin van de Joden en van de Mohammedanen van dat der Christenen verschilt. Maar ook de dag van het begin van ’t kalenderjaar der christelijke jaartelling verschilt naar tijden, volken en plaatsen; voor de gewesten van het tegenwoordige Nederland en Vlaamsch-België werd daarvoor de 1ste Januari vastgesteld bij placaat van 16 Juli 1575 (Vl. Placcaertb. 2, 727 vlg. (1575)). Verg. de aanhalingen en verder beneden over jaar(s)dagstijl (bij JAARDAG) en jaarstijl

    Toegevoegd door fansy op 09 Nov 2014 20:29

    botten, met zijn zatte ~

    WNT: in de volgende gewestelijke spreekwijzen is met botten wellicht het mv. van dit woord in de overdrachtelijke beteekenis van: lijf bedoeld. Iets in zijne botten slaan, naar binnen ”slaan”, schrokken; iets uit zijne botten slaan, mallepraat ”uitslaan” of wel: verzinnen, ”uit zijn duim zuigen”; ’t is in zijne botten, het is hem naar den zin; er zijne botten aan vegen en er de botten af geven, zich in ’t geheel niet om iets bekommeren (verg. BAL (I), B, 8) enz. Zie rutten (1890) en Loquela 6, 66-71 (1886) en Loquela 6, 81 (1886).

    Toegevoegd door fansy op 09 Nov 2014 17:41

    botten, zijn ~ vegen aan iets

    WNT: in de volgende gewestelijke spreekwijzen is met botten wellicht het mv. van dit woord in de overdrachtelijke beteekenis van: lijf bedoeld. Iets in zijne botten slaan, naar binnen ”slaan”, schrokken; iets uit zijne botten slaan, mallepraat ”uitslaan” of wel: verzinnen, ”uit zijn duim zuigen”; ’t is in zijne botten, het is hem naar den zin; er zijne botten aan vegen en er de botten af geven, zich in ’t geheel niet om iets bekommeren (verg. BAL (I), B, 8) enz. Zie rutten (1890) en Loquela 6, 66-71 (1886) en Loquela 6, 81 (1886).

    Toegevoegd door fansy op 09 Nov 2014 17:39

    botten, uit zijn ~ slagen

    WNT: in de volgende gewestelijke spreekwijzen is met botten wellicht het mv. van dit woord in de overdrachtelijke beteekenis van: lijf bedoeld. Iets in zijne botten slaan, naar binnen ”slaan”, schrokken; iets uit zijne botten slaan, mallepraat ”uitslaan” of wel: verzinnen, ”uit zijn duim zuigen”; ’t is in zijne botten, het is hem naar den zin; er zijne botten aan vegen en er de botten af geven, zich in ’t geheel niet om iets bekommeren (verg. BAL (I), B, 8) enz. Zie rutten (1890) en Loquela 6, 66-71 (1886) en Loquela 6, 81 (1886).

    Toegevoegd door fansy op 09 Nov 2014 17:39

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.