Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
http://plantillustrations.org/illustration.php?id_illustration=2000
In NL is het toch ‘zich van kant maken’ ipv ‘zijn eigen van kant maken’?
etymologiebank
P.H. Schröder (1980), Van Aalmoes tot Zwijntjesjager
afbouwen
Het Nederlandse werkwoord afbouwen betekent: de bouw van het een of ander voltooien, ten einde brengen. Maar in de laatste tijd wordt afbouwen ook in een andere betekenis gebruikt. Een onzer Kamerleden heeft kort geleden in de Kamer betoogd dat het beter zou zijn geweest de Starfighter niet te vervangen, de luchtmacht af te bouwen en die taak over te laten aan grotere bondgenoten. Kennelijk bedoelde deze spreker dat wij moesten ophouden een luchtmacht in stand te houden, dat wij onze luchtmacht moesten afschaffen. Hij gebruikte daarvoor een verwerpelijk germanisme. Het Duitse werkwoord abbauen betekent namelijk: de exploitatie beëindigen. Den Markt abbauen is: de markt afbreken. Maar zo kan het Nederlandse afbouwen nooit worden gebruikt.
Wordt ook door Nederlanders gebruikt in de betekenis van afbreken: gelezen in de instructies voor de deelnemers aan het festival in Lisse:
‘Mensen die zich kandidaat hebben gesteld voor de opbouw, komen 2 dagen eerder en blijven 2 dagen langer voor de afbouw. Degenen die opbouwen en afbouwen, zullen tijdens de festivaldagen overdag vrij zijn.’
De man die dat allemaal organiseert woont in Groningen.
woorden.org:
Uit onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek blijkt dat alle Nederlanders en Vlamingen het woord `afbouwen` kennen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.