Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Die linken had ik omgezet naar floer en heb ze ondertussen weer allemaal teruggezet.
Slijtageplek is idd SN. Heb het lemma aangepast naar een meer streekgebonden trefwoord.
Het bnw. is floer en verhoudt zich zoals alle andere bnw zoals o.a. fluweel, plastiek, glas, hout, ijzer,…
- een glazen stolp
- een houten stoel
- een ijzeren staaf
- …
Floer als bnw. is in dit geval correcter dan floeren, maar om verwarring uit te sluiten met het znw. floer,werd het trefwoord aangepast. Idem voor ribbelfloer (bnw) dat naar ribbelfloeren is gebracht. Zie aldaar.
Het bnw. is ribbelfloer en verhoudt zich zoals alle andere bnw zoals o.a. fluweel, plastiek, glas, hout, ijzer,…
- een ribbelfloeren vest
- een fluwelen kussen
- een plastieken sacoche
- …
Ribbelfloer als bnw. is in dit geval correcter dan ribbelfloeren, maar om verwarring uit te sluiten met het znw. ribbelfloer, werd het trefwoord aangepast. Idem voor floer (bnw) dat naar floeren is gebracht. Zie ook reactie aldaar.
De Peperbus in een notendop
De monumentale kerk geldt als één van de
beste voorbeelden van Brabantse
hooggotiek. Ze werd gebouwd over een
periode van meer dan 200 jaar (vanaf 1378),
maar door het zorgvuldige ontwerp van de
familie Keldermans komt ze toch als een
eenheid over.
Een heel ander verhaal is de toren. In 1378
begon men met de fundamenten, wat voltooid
was in 1395. In 1424 werden de
torentraveeën afgewerkt, en in 1457 werden
de schalies gelegd als dakbedekking. De toren
zag er gotisch uit.
In 1609 brandde de houten torenspits voor de
eerste keer af. Na de restauratie duurde het
slechts tot in 1702 voor het noodlot weer
toesloeg: een blikseminslag vernielde de
torenspits.
We zitten ondertussen in de achttiende eeuw,
en dus ontwierp van Baurscheit een
achtkantige koepelbedakking in rococo-stijl.
Zo komt het, dat de onderste geledingen
zuiver gotisch zijn, de middelste barok, en
de torenkap rococo. En aan z’n specifieke
vorm ontleent de toren dan ook zijn naam
“Peperbus”.
Foto 1: De Sint-Gummaruskerk,
bijgenaamd “de Peperbus”.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.