Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lomp, plomp, onhandig
ook: stevig en sterk
Woordenboek der Nederlandsche Taal: In sommige zuidnederlandse dialecten voor: groot en grof, plomp.
Lombaardsche schoenen, Joos (1900-1904).
Ze hee’ ne’ lombaardsche gank, Cornelissen-Vervliet.
“Zoiets loembaars heb ik nog nooit aangehad!” zei toen hij voor het eerst soldatenschoenen droeg.
“loembaars: niet elegant” Niels dialectwoordenboek (http://www.fotoniel.be/archief/pdf_niel_echo_07/niel_echo3_07.pdf)
“In Vlaams dialekt betekent overigens de naam “Loembaars” stevig en fors. "(https://luiksevechter.weebly.com/brugse-vechter.html)
fluitje
zie ook schuifelet, schuflet, schuiferling
Woordenboek der Nederlandsche Taal: schuifeling, fluitje, in West-Vlaanderen. (”De moordenaar stak het schuifeling en seffens verschenen er drie mannen uit den bosch”, De Bo 1873; ”Hij dorst zijn schuifeling niet bekijken nog”, Stijn Streuvels, Doodendans.
De schuifeling is opgeborgen in een doosje en ligt nu in de schuif.
in het zand wentelen, ploeteren
Woordenboek der Nederlandsche Taal: bij plodden:
waarschijnlijk identiek met engels plod, hoewel de betekenis daarvan eenigszins afwijkt. Klanknabootsing, nauw verwant met Plodderen; men mag daarom wel aannemen dat de oudste opvatting is geweest ploeteren, plassen.
De kiekes liggen te plodderen in het zand.
- ribfluweel, geribd fluweel
- corduroy
Woordenboek der Nederlandsche Taal: velours: In Zuid-Nederland reeds eerder ontleend in de vormen floes en floer ”fluweel”, doch meestal floers geschreven. Hiernaast, door hernieuwd contact met het franse woord, in Zuid-Nederland ook veloers (De la Porte (1659)), en de afleiding veloeren
Zij heeft een vestje in ribbelfloer gekocht en het staat haar heel schoon.
- ribfluweel, geribd fluweel
- corduroy
Woordenboek der Nederlandsche Taal: velours: In Zuid-Nederland reeds eerder ontleend in de vormen floes en floer ”fluweel”, doch meestal floers geschreven. Hiernaast, door hernieuwd contact met het franse woord, in Zuid-Nederland ook veloers (De la Porte 1659)), en de afleiding veloeren
Zij heeft een vestje in ribbelfloer gekocht en het staat haar heel schoon.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.