Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
poetsvrouw, schoonmaakster
We betalen ons kuisvrouw met dienstencheques.
kuisvrouw, poetsvrouw, interieurverzorgster
Da’s een goeie kuskienge. Ze laat geen zondagen na.
dinsdag
in Antw. dèstag
in het Brugs: diesendag
Prov. Antw.: destag
Volgende week deistag heb ik congé.(verlof)
zot zijn, vangen
Doe geen attengse, ge zie toch wel dat die mens spelt.
1. niets, niksmendalle
2. naar de vaantjes
3. men kan ook een man bij zijn nobbelewitjes hebben, dan is hij bedrogen of dik gezien (gezien zijn)
4. volgens verschillende bronnen waren nobbelewitjes ook snoep, een soort poffertjes die verkocht werden op de Sinksenfoor, maar persoonlijk ken ik deze betekenis niet.
1. Ik wil, ik wil, gij hebt niks te willen! Dat kunt ge krijgen sè: “Nobbelewitjes”! (met de wijsvinger onder de neus).
2. Ik had er beter afgebleven, nu is het helemaal naar de nobbelewitjes!
3. De Paul dacht dat hij de occasie van zijn leven deed maar ze hebben hem, ocharme, bij zijn nobbelewitjes gehad…na een week stond zijn bakske in panne.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
