Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
In Sint-Pietersleeuw “pasfit”
zie ook passe-vite
Om van mijn gekookte aardappelen puree te maken, gebruik ik altijd ne pasfit.
Om van mijn gekookte aardappelen puree te maken, gebruik ik altijd een “fijnmaler”
lenig
In Brecht “da’s ne zwakke”
Jongeren hebben toestelturnen op school, het zijn allemaal zwakken.
Jongeren hebben toestelturnen op school, het zijn allemaal zeer flexibele en soepele jongeren.
vensterluik
Mijn buren hebben blauw blojkes
Mijn buren hebben blauwe luiken
rond, knapperig broodje, uitgesproken als /pistolé/, niet /pistolèt/ zoals in Nederland
In tegenstelling tot de betekenis van “pistolet” in Nederland – een piccolo, i.e., een vol, langwerpig broodje – wordt in België met een “pistolé” een specifiek rond, zeer luchtig en knapperig broodje van een krokante gistdeeg bedoeld. Pistolets staan centraal in het typisch Vlaamse zondagse ontbijt dat pistolets, sandwichen, vloerkes, boterkoeken, eitjes, charcuterie, etc omvat.
Elke zondagochtend halen we bij de bakker pistolets, en dan eten we daar een eitje bij.
Slappe koffie
Uitspraak: pizeloe, doffe e tussenin.
Zie ook kloekepis.
In Lier zegt men pisseloer, maar in Lier draait men zowat overal wel ergens een r tussen of in of achter: arcee, arzijn, kornijn, pisseloer…
Amai, da’s mor pisseloe! Dor kund’ uw gazet door lezen.
In die kantine geven ze mor pisseloe. Dor hebben de koffebonen neffe (naast) de koffepot gelegen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
