Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een vuilerik. Een achterbaks iemand, een geniepigaard.
kiesak, kieszak
Hij had haast geen haar meer. Man, wat een kissak!
herkomst: Fr. mademoiselle < demoiselle < Lat. dominicella
juffrouw, meisje
ook in Antw.
Uitspraak: [mam’z?l]
Met haar communie was ons Margriet een schoon mamzel.
Fr. mansarde, naar de naam van architect Mansart
bewoonbare ruimte onder een dak, zolderkamer
VD
man·sar·de (de; mansarden, mansardes)
1 zolderkamer
Onder het schuin dak gaan we een mansarde steken, zodat we extra kamers kunnen inrichten.
Fr. mansarde, naar de naam van architect Mansart
bewoonbare ruimte onder een dak, zolderkamer
VD
man·sar·de (de; mansarden, mansardes)
1 zolderkamer
Onder het schuin dak gaan we een mansarde steken, zodat we extra kamers kunnen inrichten.
Fr. le marcel. Volgens de legende zou het marcelleke zijn naam te danken hebben aan de bokser Marcel Cerdan. Meer waarschijnlijk is de naam ontstaan in de 19de eeuw wanneer de “Etablissements Marcel” het kledingstuk in serie fabriceerden.
Mouwloos, aan de hals uitgesneden, aansluitend hemd. Wordt gedragen als onderlijfke of als T-shirt.
In Nederland singlet.
Onder mijne pull heb ik altijd een marcelleke aan
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.