Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
herfstijd
WNT: bamis
in ouderen vorm bamisse, baafmisse —, znw. vr., gebruikelijk als tijdsbepaling. De vorm bamis is ontstaan uit baafmis, dat is de mis van S. Bavo, wiens feestdag valt op 1 October. In Zuid-Nederland nog zeer gebruikelijk, ook wel in den ruimeren zin van: herfsttijd.
“Te Baafmisse (d. i. in den herfsttijd) vallen de blâren van de boomen” De Bo (1873)
Artikel gepubliceerd in 1895.
Met baamis is het al vroeg donker.
geld
< sol=oude Franse munt < volkslatijn: soldus
WNT:
znw. m. Ontleend aan verouderd fr. sol.
Muntstuk of waarde van 10 centiemen. Gewestelijk in Z.-Ndl.
“Als ’t dan avond was en hij … de sollen en centen kon uittellen” Thiry, Mr. Vindevogel
- Ga je mee winkelen?
- Nee, ik zit krap bij kas, m’n sollen zijn op.
vetrolletjes
Ze is niet bepaald dik, maar ze zou die velobandjes rond haar lee kwijt willen.
met iets stoppen op een hoogtepunt, of in ieder geval voor het bergaf gaat: een loopbaan, een feest, het leven, enz.
Ook ne grote coureur eindigt beter zijn carrière in schoonheid.
Een van de vele scheldwoorden in het Antwerps: oen, soft, onnozelaar, kieken, …
Vaak gebruikt als verkleinwoord: spasje
VD: spast: iemand met spasticiteit, spasmen
Dus nogal respectloos scheldwoord naar de huidige normen. Toont wel de rauwheid van het Antwerps dialect aan. Zie ook soft.
Zeg spast, als ge daar nu niet mee gaat stoppen kunt ge wat toeken krijgen.
Hela spasje, zal ’t gaan, ja?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.