Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
treiteraar
→ Fr. couillon = dommerik
Waarom treitert gij toch altijd uw zuster? Koejon!
/?m?k?s/
diegene die daar staat
verkleinwoord van hem /?m/
syn. wiewouter, mondeeke
zie ook: bibi
Dat moet ge niet aan mij vragen, vraagt dat maar aan eummekeus
vulpotlood
< Frans ‘portemine’
Jan moet nooit zijn potlood scherpen, want hij schrijft altijd met een portemine.
voetpad, ook plansier, trottoir
Tegenwoordig rijden er meer fietsers op het plankier dan op de baan.
fuchsia
Zij heeft schone belleboom(k)(pj)es staan in de veranda.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.