Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
iets niet meer krijgen, iets moeten mankeren, vaak gebruikt voor eten of seks.
kin, op zijn ~ kunnen kloppen
Hij heeft ruzie gehad met zijn vrouw, dat wordt een weekske kinkloppen.
achtertuin of achterkoer
Leiestreek: achtereut
Dit huis heeft een grote achteruit waar je eventueel groensels zou kunnen kweken.
scharen en messenslijper
scharensliep, zie ook scharesliep
ook in Antw.: schèresliep
leurde vroeger van deur tot deur met zijn karretje
zw. ww. kleden of aankleden; in de zin van slecht gekleed (getoorteld)
in Antw.: aantakelen
Je had moeten zien zoals hij er aangetoorteld bijliep.
zw ww
iets goed zetten, in de juiste stand brengen, goed instellen.
Mijn horloge die voorloopt is bij de horlogemaker om te laten ajusteren
De lattestoor loopt scheef en zullen ze opnieuw moeten ajusteren
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.