Wijzigingen door de Bon

transparant(e)

(het, ~en)

muggenraam, vliegenraam

In de zomer zetten we een transparante in het venster om geen meuzieën binnen te krijgen.

toe

dicht, gesloten

VD
toe
5 (archaïsch) dicht

Doe de deur eens toe, het tocht hier.

snelkoker

(de ~ (m.), ~s)

kookpot om een gerecht onder druk klaar te maken, snelkookpot, hogedrukpot

VD
snel·ko·ker (dem)
1 kooktoestel dat water enz. snel aan de kook brengt

We maken ons stoofvlees klaar in een snelkoker.

pan

(de ~ (v.), ~nen)

braadpan

Met een “pan” wordt geen pot bedoeld. Een pan wordt gebruikt om in te bakken, een pot om iets in te koken.

VD

pan (de; pannen; pannetje) 1 metalen vat, gebruikt om eten in te koken, te bakken enz.

Pas als de boter bruin is legt ge den biefstuk in de pan.

wonde

(de ~ (v.), ~n)

wond, kwetsuur, verwonding

‘In België is wonde de gebruikelijkste vorm. In Nederland is wond dat, behalve in vaste verbindingen als zout in de wond(e) strooien en een pleister op de wond(e).’ vrt

(in Antw. is wond couranter dan wonde)

Een gapende wonde aan het hoofd.