Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    bonen knopen, vooruitgaan lijk ~
    (uitdr.)

    zegswijze om aan te duiden dat een klus, een taak of een proces traag vooruit gaat.

    Dit werk duurt wel erg lang, het gaat vooruit als bonen knopen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 05 Sep 2011 15:32
    3 reactie(s)

    buis
    (de ~ (v.), -zen)

    onvoldoende

    WNT: znw. vr., mv. buizen. Zeker afgeleid van buizen, bijvorm van Buischen, slaan, kloppen, en dan ten nauwste verwant met wvl. buisch (zie buischen).
    1. Iemand eene buis geven: een pak slaag. In Overijsel (N. Ned. Taalmag.).
    2. Iemand eene (zijne, hare) buis geven, hem of haar afzeggen, de liefdesbetrekking afbreken (soms: een blauwtje laten loopen). Eene buis krijgen, niet slagen, afgewezen worden, hetzij bij een huwelijksaanzoek, hetzij bij een examen, bij eene verkiezing enz. Eene in Vlaanderen gewone, gemeenzame uitdrukking, te vergelijken met bot -, slip vangen, een bok schieten, een flater begaan.
    “Die dompelaar (sukkel) mocht wel eens in eenen wedstrijd bekroond worden, als vergoeding voor de talrijke ”buizen”, waarmede onmeedoogende professoren hem in zijne examens hadden bekroond.” G. Bergmann
    Afl. Buizen
    © 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1902.

    Ik heb een buis op Nederlands.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Sep 2011 17:49
    2 reactie(s)

    buizen
    (ww. buisde, gebuisd)

    niet geslaagd zijn, onvoldoende halen, flessen

    EWN:
    ww. (BN) ‘(laten) zakken voor een examen’
    Nnl. buizen, gebuisd worden ‘zakken’ (1865–70; Schuermans).
    Afleiding van het zn. buis in de uitdrukking iemand zijn buis geven ‘hem afzeggen, een blauwtje laten lopen’, een buis krijgen ‘zakken (bij examens)’, meestal opgevat als een afleiding bij het werkwoord buizen ‘slaan’, een nevenvorm van buischen ‘slaan, kloppen’ (1573; WNT), (mhd. biuschen ‘id.’).

    Ik ben gebuisd op aardrijkskunde.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Sep 2011 17:28
    2 reactie(s)

    buizen
    (ww. buisde, gebuisd)

    niet geslaagd zijn, onvoldoende halen, flessen

    EWN:
    ww. (BN) ‘(laten) zakken voor een examen’
    Nnl. buizen, gebuisd worden ‘zakken’ (1865–70; Schuermans).
    Afleiding van het zn. buis in de uitdrukking iemand zijn buis geven ‘hem afzeggen, een blauwtje laten lopen’, een buis krijgen ‘zakken (bij examens)’, meestal opgevat als een afleiding bij het werkwoord buizen ‘slaan’, een nevenvorm van buischen ‘slaan, kloppen’ (1573; WNT), (mhd. biuschen ‘id.’).

    Ik ben gebuisd op aardrijkskunde.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Sep 2011 17:27
    2 reactie(s)

    geen niet meer
    (uitdr. )

    dubbel ontkenning

    geen meer

    zie in de voorbeeldzin van het lemma velomaker

    Hij kocht vandaag een kistje sigaren want hij had er geen niet meer.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Sep 2011 17:17
    5 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.