Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een moeilijk en geleerd woord, dat bijna niemand verstaat.
heeft meestal een pejoratieve bijklank.
zie ook: woord, een ~ van 100 euro, stadhuiswoord
Hij wist niet goed hoe hij het in ’t Vlaams moest zeggen en gebruikte daarom maar een universiteitswoord, dat kwam rapper in zijn gedacht.
organisator, de regelneef
naar een tafeltje waar ik beschutting geef
men zal niet brutaal gaan interrumperen
Lene schatert: ge zijt een echte regelneef :o)
zo wil ik alles heel graag compenseren
openlijk
Hij komt er opentlijk voor uit.
“Deze begunstigt den Keizer, de ander verklaart zig opentlyk voor Vrankryk” V. Effen (1734) (WNT)
bejaardentehuis
(wordt enkel nog humoristisch gebruikt)
Ons moemoe zit nu al e paar jaar in’t ouwmeekeshuis, z’is al bekan 95…
oudere kerel
WNT: Modern lemma: pee
znw. m., mv. -ën. In Z.-Nederl. Opgevat als verkorting van peer (fr. père, lat. pater), doch in sommige toepassingen wellicht een ander woord.
1. Eigenlijk. Vader.
2. In ’t algemeen voor: een man, een kerel, dikwijls ook in ongunstigen zin gebruikt. In deze bet. soms opgevat als eene afkorting van Peter of Petrus.
“Een rare pee” De Bo (1873).
3. Inzonderheid: een oud man, meestal met het bijdenkbeeld van afgeleefdheid: een versleten mensch. Gewoonlijk in den verkl. peetje (oudtijds petjen, pitjen) en peeken. Ook in tegenstelling met metje, meeken.
Dien ouwe pee heeft veel grappige verhalen over zijn jeugd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.