Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
tuin waar flora (van mos tot boom) gekweekt en tentoongesteld wordt;
SN: botanische tuin, hortus, hortus botanicus
ANW: Belg._Ned.
VD95 vermeldt bij plantentuin enkel de beperkte betekenis kruidtuin
De plantentuin van Meise is wereldberoemd.
De Antwerpse Plantentuin werd lokaal ‘den botanik’ genoemd.
Het komt van het werkwoord ‘taffelen’ (= sukkelen).
Iemand die niet zo handig is.
Iemand die zijn ski’s niet goed in mekaar krijgt geschoven, is aan het taffelen.
Hij is nen taffeleir.
een klikspaan
vgl. komeren
< Fr. commère
Mijn gebuurvrèwe es een echt commeerewijf. (Mijn buurvrouw is een echte klikspaan)
een klikspaan
vgl. komeren
< Fr. commère
Mijn gebuurvrèwe es een echt commeerewijf. (Mijn buurvrouw is een echte klikspaan)
/komè.ere/ roddelen
/komè.er/ een komeer = roddelaar(ster) < Fr. commère
Die 2 zijn aan het komeren over hun buurvrouw.
Die komeer is weer alles aan het vertellen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
