Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
bevlekt (van stoffen die vochtig zijn geweest)
(WNT: werkwoord ‘bespotten’ van ‘spot’, vlek)
Tielt: bespokt = beschimmeld
in Antwerpen is de stof dan ‘gestikt’
Ge moogt de was ni te lank in het machien laten liggen, anders is hem straks bespokt.
“Die oude sacoche lag helemaal bespokt in de kleerkast.” (Tielts Woordenboek)
winkelen, samen op stap gaan (in het bijzonder twee dames die arm aan arm, sacoche aan sacoche door de stad flaneren)
Kom Annie, laat ons deze middag in t’ stad gaan sacochen.
druk en redelijk luidruchtig gebabbel, ook van meerdere personen
getetter staat niet in Van Dale, maar wordt misschien toch gebruikt in Nederland?
Ik word muug van haar getetter, alleen al van te luisteren.
Dat was in het cafetaria nogal een getetter, percies een kiekenkot!
Gelukt zijn, in orde zijn, binnen zijn.
zie chacoche, sjakosj, in de ~, pocket, in de ~ zijn, valies, in de ~ zijn
Het is in de sacoche, ik mag morgen aan de haven beginnen als dokwerker.
in orde komen
’t Is in de valies. Alles kits? ’t Zit in de sacoche.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.